De balk Bewerken in Design Space, biedt je toegang tot functies zoals Linetyp, Vullen, Formaat, Roteren, Spiegel, Positie enz. voor het bewerken van afbeeldingen en tekst. Tekstlagen krijgen extra opties zoals lijnafstand, letterafstand, letterstijl, enz.
Ongedaan maken/Opnieuw – Vorige acties ongedaan maken of Ongedaan gemaakte acties opnieuw uitvoeren.
Linetype — Linetype bepaalt hoe de machine het materiaal op de mat zal hanteren. Je kunt snijden, tekenen of lijnen trekken met je Cricut — machine.
- Snijden – De laag wordt met een mes gesneden.
- Tekenen – De laag wordt getekend met een pen.
- Lijnen trekken – In de laag worden met een Scoring Stylus of Scoring Wheel lijnen getrokken.
Linetype kleurenstaal – Het Linetype kleurenstaal selecteren met extra attributen voor je laag. De beschikbare opties zijn gebaseerd op het geselecteerde Linetype. Het kleurenstaal wordt massief weergegeven wanneer Snijden is geselecteerd, als een omtrek wanneer Tekenen is geselecteerd en een / verschijnt via het kleurenstaal wanneer Lijnen trekken is geselecteerd.
- Snij—attributen – beschikbaar wanneer Linetype snijden is geselecteer
d.- Materialkleuren – Projectkleuren gemakkelijk doen overeenkomen door het kiezen van het Kleurenpalet van het materiaal. Er verschijnt een vinkje in het kleurenstaal voor de geselecteerde laag.
- Basiskleuren – Kies uit een palet van basiskleuren.
- Geavanceerd – Gebruik de schuifbalk om een kleur te selecteren uit de aangepaste kleurenkiezer of voer de hexadecimale kleurcode in die je wilt gebruiken.
- Tekenattributen – Beschikbaar wanneer Linetype "Tekenen"is geselecteerd. Selecteer een Cricut—pentype uit het keuzemenu. De lijst zal veranderen om de kleuren die beschikbaar zijn voor dat pentype te tonen.
Opvullen – Kies een kleur of patroon om je afbeeldingslaag voor Printen en snijden op te vullen. Beschikbaar wanneer het lijntype Snijden is geselecteerd.
- Geen opvulling – Geeft aan dat geen opvulling is gekozen voor de geselecteerde afbeeldingslaag. De laag snijdt alleen. Kan ook worden gebruikt om de laag terug te wijzigen naar een status alleen—snijden nadat een opvulling werd toegepast.
- Printen – Kies "Printen"om kleur – en patroonopties voor Printen en snijden te openen.
Kleurenstaal opvullen – Selecteer het Opvullingsstaal om extra Opvulattributen van je afbeeldingslaag te kiezen.
- Opvulattributen – Opvulkleur of – patroon kiezen voor je afbeeldingen om te Printen en snijden.
- Origineel kunstwerk – Selecteer deze optie om een Printlaag naar zijn originele opvulstaat te herstellen.
- Kleur – Selecteer je Print en snijden van de huidige materiaalkleuren, een basis kleurenpalet, de gepersonaliseerde kleurenkiezer, of door een hexadecimale kleurcode in te voeren.
- Patroon – pas een patroon op je afbeelding of tekstlaag toe. Filter per kleur om je pattern te versmallen en gebruik dan de tools Patroon bewerken om de patroonschaal en – oriëntatie binnen je afbeelding aan te passen.
- Origineel kunstwerk – Selecteer deze optie om een Printlaag naar zijn originele opvulstaat te herstellen.
Alles selecteren/deselecteren – Selecteer of deselecteer alle items op de canvas tegelijkertijd.
Bewerken – Gebruik deze drop—down om alle gewone bewerkingstools te vinden: Snijden, Kopiëren, en Plakken.
- Snijden – Een afbeelding uit de canvas verwijderen en kopiëren naar je klembord, zodat je ze later kunt plakken.
- Kopiëren – Een afbeelding naar het klembord kopiëren om ze later te plakken.
- Plakken – Een gekopieerd of gesneden object van het klembord op he canvas plakken.
Uitlijnen — De marge die twee of meer objecten uitlijnt definiëren. Je kunt je objects naar links, rechts, boven of onder uitlijnen, of horizontale of verticale centra hebben. Je kunt je objecten gelijkmatig verticaal of horizontaal verdelen.
- Links uitlijnen — De linkermarge van twee of meer objecten definiëren. De marge zal de meest linkse rand van je meest linkse object overnemen.
- Centrum horizontaal — Het horizontale centrumpunt van twee of meer objecten definiëren. Het centrale punt zal het exacte horizontale centrum van alle geselecteerde objecten overnemen.
- Rechts uitlijnen — De rechtermarge van twee of meer objecten definiëren. De marge zal de meest rechtse rand van je meest rechtse object overnemen.
- Boven uitlijnen — De bovenmarge van twee of meer objecten definiëren. De marge zal de bovenste rand van je bovenste object overnemen.
- Centrum verticaal — Het verticale centrumpunt van twee of meer objecten definiëren. Het centrale punt zal het exacte verticale centrum van alle geselecteerde objecten overnemen.
- Onder uitlijnen — De ondermarge van twee of meer objecten definiëren. De marge zal de onderste rand van je onderste object overnemen.
- Centrum — Alle geselecteerde afbeeldingen bewegen zodat de centrumpunten in lijn zijn. Afbeeldingen worden gestapeld.
- Horizontaal verdelen — Geselecteerde afbeeldingen bewegen, zodat ze gelijkmatig verdeeld zijn tussen de linker- en rechterranden van je selectie.
- Verticaal verdelen — Geselecteerde afbeeldingen bewegen, zodat ze gelijkmatig verdeeld zijn over de boven- en onderranden van je selectie.
Opstellen — De volgorde waarin objecten verschijnen op het canvas veranderen, inclusief Naar achtergrond, Achteruit, Naar voorgrond, en Vooruit. De wijzigingen worden weergegeven in het Lagenpaneel
- Naar achtergrond — Het geselecteerde object naar de achtergrond van de stapelvolgorde sturen. Hierdoor verschijnt het object onderaan het Lagenpaneel.
- Achteruit bewegen — Het geselecteerde object één laag achteruit bewegen in de stapelvolgorde. Hierdoor wordt een laag lager weergegeven op het Lagenpaneel.
- Vooruit bewegen — Het geselecteerde object één laag vooruit bewegen in de stapelvolgorde. Hierdoor wordt een laag hoger weergegeven op het Lagenpaneel.
- Naar voorgrond — Het geselecteerde object naar de voorgrond van de stapelvolgorde sturen. Hierdoor verschijnt het object bovenaan het Lagenpaneel.
Tip: De functies Opstellen, Uitlijnen en Verdelen zijn beschikbaar in het menu Bewerken in de Design Space iOS- en Android-apps. Er is geen knop voor "Alles selecteren" in deze apps, tik en sleep gewoon met je vinger op het scherm om alle items te selecteren.
Omdraaien — Een object horizontaal of verticaal omdraaien.
- Horizontaal omdraaien — Een object horizontaal omdraaien in het centrum van het object.
- Verticaal omdraaien — Een object verticaal omdraaien in het centrum van het object.
Grootte — De breedte of de hoogte van een object aanpassen door een nauwkeurige waarde te typen of de stapfunctie te gebruiken om de grootte met 0,1 per keer aan te passen.
Opmerking: De grootte van de breedte of de hoogte aanpassen past evenredig de andere variabele aan als de grootte vergrendeld is. Klik gewoon op het pictogram Vergrendelen om de hoogte-breedteverhouding van de afbeelding te ontgrendelen. Je kunt vervolgens de breedte of de hoogte onafhankelijk aanpassen.
Roteren — De hoek van je object aanpassen door een nauwkeurige graad te typen of de stapfunctie te gebruiken om de hoek met 1 graad per keer aan te passen.
Meer — Sommige schermresoluties zijn te smal voor alle tools om op de balk Bewerken weer te geven. Als dit het geval is, wordt een keuzemenu “Meer” weergegeven.
Positie — De positie van je object aanpassen door een nauwkeurige afstand te typen vanaf de linkerbovenhoek van het canvas of de stapfunctie te gebruiken om de afstand met 0,1 per keer aan te passen.
De balk Tekst bewerken wordt weergegeven zodra je kiest om tekst uit het deelvenster Ontwerp in te voegen, wanneer je een tekstobject op het canvas of een tekstlaag in het deelvenster Lagen selecteert. De balk Tekst bewerken wordt direct onder de standaard balk Bewerken weergegeven en wordt verborgen wanneer je geen interactie met de tekst hebt.
Lettertype — Geeft een voorbeeld van de Cricut-lettertypen en systeemtypen van je computer.
Keuzemenu lettertypen — Naast alle beschikbare lettertypen op basis van je criteria, kun je ervoor kiezen om alleen Cricut-lettertypen, alleen systeemlettertypen (lettertypen van je computer) of alle lettertypen tegelijk weer te geven. Je kunt ook lettertypen zoeken en lettertypefilters toepassen. Scrol gewoon door de lijst met lettertypen en selecteer het lettertype dat je op je tekst wilt doen toepassen.
Lettertypefilter — De lettertypen per categorie filteren om te wijzigen welke lettertypen in het menu Lettertype verschijnen.
- Alle lettertypen — Alle lettertypen weergeven die beschikbaar zijn voor gebruik.
- Systeemlettertypen — Lettertypen weergeven die op je computer zijn te vinden.
- Cricut®-lettertypen — Lettertypen uit de Cricut-bibliotheek weergeven.
- Enkele laag lettertypen — Lettertypen weergeven met alleen één laag.
- Schrijfstijl lettertypen — Lettertypen weergeven die speciaal zijn ontworpen om met een pen te worden geschreven. De meeste lettertypen traceren de buitenkant van de letters, maar schrijfstijl letterrypen hebben letters met één pennenstreek, zodat ze vergelijkbaar zijn met handgeschreven tekst.
Stijl — Een font kiezen zoals normaal, vetgedrukt, schuin, vetgedrukt schuin en, wanneer beschikbaar, schrijfstijl. Systeemlettertype stijlen kunnen afwijken van de stijlen van de Cricut-lettertypen.
Lettertypegrootte — De grootte van het lettertype wijzigen door de puntgrootte in te stellen. Je kunt een waarde typen of de stapfunctie gebruiken om de lettergrootte met 1 punt te wijzigen.
Spatie letter — De spatie tussen letters in je tekstblok wijzigen. Je kunt de waarde typen of gewoon de stapfunctie gebruiken om met 0,1 te wijzigen.
Regelafstand — De spatie tussen elke tekstregel te wijzigen. Je kunt de waarde typen of gewoon de stapfunctie gebruiken om met 0,1 te wijzigen.
Uitlijning — De uitlijning wijzigen van je hele tekstblok naar links, rechts, gecentreerd of volledig uit te vullen.
- Links uitlijnen — De tekst aan de linkerkant van het tekstvak uitlijnen.
- Midden uitlijnen — Tektst uitlijnen in het midden van het tekstvak.
- Rechts uitlijnen — De tekst aan de rechterkant van het tekstvak uitlijnen.
Curve – Gebruik de tool Curve om gemakkelijk je tekst in een circulaire vorm te buigen (Leer meer).
Geavanceerd — Met Geavanceerde tools kun je individuele tekstgroepen aanmaken vanuit je tekstblok. Ze omvatten groepen van individuele letters, van tekstregels en van tekstlagen.
- Degroeperen van letters — Letters degroeperen in een tekstvak, zodat elke letter wordt gegroepeerd met zijn eigen lagen. Dit wordt nu weergegeven in het deelvenster Lagen als een afbeelding. Je kunt nu elke letter onafhankelijk bewegen en van grootte wijzigen, zodat alle letterlagen gegroepeerd blijven.
- Degroeperen van regels — Rijen tekst degroeperen in een tekstvak, zodat elke regel wordt gegroepeerd met zijn eigen lagen. Dit wordt nu weergegeven in het deelvenster Lagen als een afbeelding. Je kunt nu elke regel onafhankelijk bewegen en van grootte wijzigen, zodat alle regellagen gegroepeerd blijven.
- Degroeperen van Lagen — Meerlagige tekst degroeperen, zodat elke laaggroep in het deelvenster Lagen als afbeelding wordt weergegeven. Letters blijven gegroepeerd, zodat je elke laag onafhankelijk kunt bewerken. De tekst wordt in een afbeelding omgezet.
Opmerking: Om meer te weten over het gebruik van lettertypen in Design Space, ga je naar dit help-artikel.
Tip: De tool en functie-pictogrammen zijn logisch voor Windows, Mac, Android, en iOS-versies van Design Space, zodat het gemakkelijker wordt te begrijpen.